Reisfotografie: de apparatuur

In het eerste deel over reisfotografie heb je meer kunnen lezen op welke dingen je moet letten als je een reis gaat maken met als doel fotografie. In dit deel ga ik verder in op het materiaal. Ik bekijk dit eigenlijk vanaf twee kanten, want niet iedereen is hetzelfde en heeft dezelfde apparatuur. Uiteindelijk dien jezelf een keuze te maken wat je in de cameratas meeneemt.

Fotocamera voor reisfotografie

Eerst wil ik even stilstaan bij de fotocamera. Een veel gemaakte fout is dat mensen enkele weken voordat ze vertrekken een nieuwe camera kopen, want ze willen mooie foto’s maken. Dat laatste is heel begrijpelijk, maar het niet verstandig om de camera net voor je vakantie te kopen. Wil je goede foto’s kunnen maken en snel kunnen reageren op unieke situaties dan is het belangrijk dat je weet hoe je camera werkt. Als je constant moet zoeken naar de juiste knoppen, is de kans groot dat je de leuke, spontane fotomomenten mist. Natuurlijk kun je de handleiding van de camera meenemen, maar het is fijner als je direct weet hoe je iets moet instellen zodat je de foto kan maken.

Vervolgens dien je een keuze te maken welke camera je meeneemt. Misschien heb je wel meerdere camera’s en is het niet mogelijk om alles mee te nemen. Als je het maximale uit je fotoreis wilt halen dan is het natuurlijk aan te raden om je beste spiegelreflexcamera in de fototas mee te nemen. De vraag is of je deze camera echt overal mee naar toe wilt nemen. Als je ‘s avonds een keer gaat eten dan kunnen er ook leuke fotomomenten opduiken en heb jij dan ook je grote en zware spiegelreflexcamera bij je? Misschien niet en dan kun je leuke foto’s missen terwijl je die met een compact camera wel had kunnen maken. Heb je een spiegelreflexcamera en een compact camera dan is het verstandig om ze allebei mee te nemen zodat je altijd één van de twee camera’s bij je hebt.

Objectieven voor reisfotografie

Je kunt het objectief niet verwisselen als je alleen een compact camera hebt. Bij systeemcamera’s en spiegelreflexcamera’s kan dat natuurlijk wel en sta je weer voor een lastige keuze als je meerdere objectieven hebt. Wat gaat er mee de cameratas in? Dit hangt sowieso van de bestemming af. Ga je op safari in Afrika dan moet je vaak inzoomen. Veel zoomlenzen gaan tot 200mm of 300mm waarmee je al een heel eind komt. Als je de dieren groot wilt afbeelden op je foto dan heb je zeker 300mm of meer nodig. Er zijn ook lenzen die tot 400mm of 500mm gaan, maar deze zijn wel gelijk een stuk groter, zwaarder en duurder. Indien je een stedentrip gaat maken dan zoom je veel minder in en ga je meer in het groothoekbereik fotograferen. Je loopt tussen hoge gebouwen die je helemaal op de foto wilt hebben en dan heb je vaak al te weinig aan 18mm. Dit is de brandpuntsafstand waarop veel lenzen beginnen. Wil je echt veel op de foto hebben dan kom je uit bij en groothoekobjectief. Deze beginnen vaak bij 10mm (voor spiegelreflexcamera’s met een APS-C sensor zoals de Canon 650D en Nikon D7000) of bij 17mm (voor spiegelreflexcamera’s met een full frame sensor zoals de Canon 5D Mark III en de Nikon D800).

Er zijn tegenwoordig ook superzoomlenzen met een bereik van 18-200mm of 18-270mm (APC-S) en 28-300mm (full frame). Dit klinkt ideaal want je kunt fotograferen met een redelijke groothoek en daarnaast ook heel ver inzoomen. Je hebt dan eigenlijk het belangrijkste zoombereik in één objectief. Je hoeft minder apparatuur mee te nemen en tijdens de reis ook niet constant te wisselen. Helaas hebben deze superzoomobjectieven ook een nadeel. Ze hebben meer lensfouten (vervorming, chromatische abberatie) dan objectieven met een kleiner zoombereik. Daarnaast is de scherpte ook niet optimaal over het hele zoombereik. Wil je licht reizen dan is een superzoomobjectief de juiste keuze voor je, maar wil je maximale fotokwaliteit dan moet je dit bereik opsplitsen in drie objectieven. Een groothoekobjectief, standaardzoomobjectief en een telezoomobjectief. Doe je veel met macrofotografie dan komt er ook nog een macrolens bij.

Er zijn ook veel fotografen die alleen met prime objectieven fotograferen. Dit zijn objectieven met een vast brandpuntsafstand. Dit zijn de beste objectieven die je kunt kopen, want het hele objectief is geoptimaliseerd voor het brandpuntsafstand. Eigenlijk zou je allemaal prime objectieven moeten hebben om het maximale eruit te halen, maar je krijgt dan een overvolle cameratas die erg zwaar wordt!

Accessoires

Naast de camera en objectieven zijn er waarschijnlijk ook nog accessoires die je wilt meenemen. Gelukkig zijn de meeste accessoires zoals een polarisatiefilter, ND filter, GPS, afstandsbediening of flitser niet groot en passen die wel in de tas erbij. Een statief is ook een accessoire die van pas kan komen bij reisfotografie. Landschapsfotografie en macrofotografie worden vaak vanaf statief gedaan om maximale scherpte te krijgen. Helaas is een statief vaak onhandig om mee te nemen dus vraag eerst voor jezelf af of je het echt gaat gebruiken. Zo ja, dan is je huidige statief misschien niet het meest ideale statief om mee te nemen. Een reisstatief moet namelijk compact zijn om mee te nemen en niet teveel wegen. Daarnaast moet het wel stabiel genoeg zijn om je camera en objectief te kunnen dragen.

Laptop

Wellicht is het ook handig als je tijdens je fotoreis direct aan de slag kunt met je foto. Een laptop is dan ook erg handig om mee te nemen. Na het fotograferen kun je de foto’s direct bekijken op een groter scherm en controleren of alles goed gegaan is. Zo niet, dan heb je misschien nog een kans om terug te gaan naar dezelfde locatie.