Kwaliteit van een objectief, chromatische aberratie  

In een vorig artikel gaf ik jullie een aantal tips waar je op moet letten als je een objectief wilt aanschaffen. Deze tips waren redelijk algemeen, in dit serietje wil ik dieper ingaan op de kwaliteit van een objectief en veel voorkomende lensfouten. Vandaag zal ik de lensfout chromatische aberratie uitleggen.

Chromatische aberratie is een veel voorkomende lensfout en er bestaat een grote kans dat dit in een aantal van je foto’s is terug te vinden. Je herkent het aan de paarse, groene of blauwe randjes rondom de contrastrijke delen in je foto. Vaak valt het bijna niet op, maar soms is het behoorlijk duidelijk te zien.

Chromatische aberratie voorbeeldfoto

Deze gekleurde randjes ontstaan bij het breken van het licht. Op het moment dat je een foto maakt, gaat het licht via het objectief naar de sensor. Echter lopen deze lichtstralen niet in een rechte lijn, maar komen ze via verschillende lenselementen uiteindelijk bij de sensor terecht. Deze lenselementen bestaan normaal gesproken uit glas. Op het moment dat het licht van lucht naar glas (of een andere doorzichtige stof) gaat, wordt het licht gebroken. Hoe dit precies werkt hoef je niet te weten, kort gezegd komt dit door het verschil in de dichtheid van de stof. Het licht wordt dus door verschillende lenselementen gebroken en bijgestuurd en valt uiteindelijk precies op de goede plek waardoor er op de sensor een afbeelding wordt gevormd.

Zoals jullie waarschijnlijk wel weten bestaat licht uit verschillende kleuren. Deze kleuren hebben allemaal een verschillende golflengte en elke kleur wordt door de lenselementen in een andere mate gebroken, dit wordt ook wel dispersie genoemd. Een bekent voorbeeld van dispersie is het ontstaan van een regenboog op het moment dat de zon door de regendruppels schijnt. De verschillende kleuren in het licht worden door de waterdruppels in een andere mate gebroken. Wanneer je een foto maakt, wil je natuurlijk wel dat alle lichtstralen uit een punt uiteindelijk op je sensor weer samen komen. Het verschil in golflengte tussen kleuren maakt dit lastig. Als er helemaal niks gecorrigeerd wordt, zal elke kleur op een ander punt terecht komen. Nu wordt dit in de meeste objectieven zo goed als mogelijk met flintglas gecorrigeerd. Flintglas heeft relatief een grote dichtheid en hoge brekingsindex en daardoor een andere dispersie dan gewoon glas. Door deze verschillende dispersies met elkaar te combineren, wordt de chromatische aberratie verkleind. Meestal zijn de duurdere segment objectieven hier beter in dan de gewone standaard klasse objectieven.

Chromatische aberratie en gecorrigeerd met flint glas

De mate van dispersie wordt niet alleen door de dichtheid, maar ook door hoe hol of bol de lens is geslepen, beïnvloed. De hoeveelheid bolling heeft ook een invloed op de hoek van de inval van het licht. Dit verklaard ook waarom er bij groothoeklenzen en in de hoeken van een foto meer chromatische aberratie te zien is.

Daarnaast hebben zoomlenzen een stuk meer last van chromatische aberratie dan lenzen met een vast brandpuntsafstand. Dit komt doordat bij lenzen met een vast brandpuntsafstand de lichtstralen altijd op dezelfde manier binnenvallen, hierdoor zijn de afwijkingen dus een stuk gemakkelijker te corrigeren. Bij zoomlenzen moeten deze afwijkingen namelijk voor elke brandpuntsafstand apart verwerkt worden.

Laat een reactie achter