Onbewerkte foto’s bestaan niet

Laatst volgde ik de discussie op de Facebookpagina van De Rooij Fotografie. Naar aanleiding van een gestarte poll over een Battle tussen wel en niet bewerkte foto’s, ontstond een discussie tussen RAW of JPEG. Nu is dit een steeds terugkerende discussie. Iedereen heeft zijn of haar argumenten voor of tegen RAW/JPEG. Deze argumenten lopen sterk uiteen. Wat mij opviel tijdens de discussie is dat het fotograferen in RAW sterk gekoppeld wordt met ‘fotobewerking’ en dat dit niet het geval is bij JPEG. En in mijn optiek schuilt hier een gevaar.

Even terug naar het analoge tijdperk

Even terug naar het tijdperk van de analoge fotografie. De meesten van ons kennen de fotofilmpjes nog wel. Bij het fotograferen ‘werd de foto op dit filmpje gezet’. We noemen dit de ‘negatieven’. Deze negatieven werden gebruik in de donkere kamer. Door middel van diverse ‘baden’ werden kleuren, contrast, etc. bewerkt. Deed je dit niet zelf, dan werd het bij de afdrukcentrale voor je gedaan. Een werkweek later kon je de foto’s ophalen en had je het uiteindelijke resultaat in je handen. De invloed die je had op het uiteindelijke resultaat was in mijn optiek beperkt. Voor mij was het dan ook altijd een zoektocht welke afdrukcentrale de door mij gewenste kleuren benaderde. Deze (beperkte) invloed, naast de lichtgevoeligheid van het fotofilmpje en de instelling van je camera (witbalans, diafragma, aanpassen van contrast, verzadiging en verscherping) zorgde voor mij dat ik weinig controle had over het uiteindelijke resultaat. Mijn taak in het veld was om de foto zo goed mogelijk te maken door de juiste witbalans, scherpstelpunt, diafragma en belichting te kiezen.

 

Belgische Ardennen

 

Waarom is er nu meer discussie over fotobewerking?

Meelezend met de discussie op de Facebookpagina moest ik aan bovenstaande denken. Het fotograferen in RAW (en daarbij het zelf bewerken van de foto’s) zie ik ‘als de negatieven in de donkere kamer’, terwijl ik het fotograferen in JPEG (met daarbij de bewerking door de camera) als ‘het filmrolletje naar de afdrukcentrale brengen’ zie. Ik vermoed dat, doordat fotobewerking nu achter een computer gebeurt, het bewerken van foto’s nu zichtbaarder dan vroeger is. Daarnaast zijn de bewerkingsprogramma’s voor iedereen toegankelijk en niet meer voor alleen de échte fanatiekelingen die weekend op weekend in de donkere kamer vertoefden. Deze zichtbaarheid heeft in mijn optiek de discussie op doen laaien, terwijl het niet meer is dan datgene wat in de donkere kamer gebeurde (alleen dan nu digitaal).

Als fotograaf wil ik alles zelf in de hand hebben. Ik ga voor zoveel mogelijkheid zekerheid. Dat begint met een goede voorbereiding qua locatie, tijdstip, weersomstandigheden, etc. Dat geldt ook voor het fotograferen zelf waarbij je de juiste compositie en instellingen zoekt. Om dit alles tot een goed einde te brengen wil ik ook zekerheid tijdens het bewerken van mijn foto’s. Ik leg met name de nadruk op mijn eigen foto’s. Want fotograferen is kunst en door middel van kunst wil ik mijn kijk op een bepaald onderwerp laten zien. In mijn optiek is de bewerking daarom een krachtig en onmisbaar middel. Je kunt daardoor extra nadruk op bepaalde elementen leggen of juist de nadruk weghalen zodat het onderwerp krachtig naar voren komt. Het fotograferen in RAW is voor mij daarom een must. Tijdens het bewerken van de gemaakte foto’s kun je nog het maximale uit de foto halen.

De meest gehoorde ‘kritiek’ is dat je door het bewerken van een slechte foto nog een mooie foto kan maken. Maar dat is absoluut niet waar. De basis moet goed zijn. Een goede foto in het veld gemaakt, kan door bewerking alleen maar beter worden, maar een slechte foto kan niet beter gemaakt worden.

 

Moerputtenbrug

 

JPEG is vergelijkbaar met de afdrukcentrale

Het gevaar in het fotograferen voor JPEG zit voor mij in het technische apparaat; ook wel camera geheten. De meest gehoorde argument voor het schieten in JPEG is dat je niet hoeft te bewerken. In de meeste gevallen klopt dit ook. Echter wat menigeen vergeet is dat de bewerking al plaats gevonden heeft in de camera! Na het afdrukken en het maken van de foto gaat de camera razendsnel aan het bewerken. De scherpte en verzadiging en het contrast worden gecontroleerd en door de camera (aan de hand van algoritmen) aangepast. Jouw invloed hierop is beperkt en daarmee vergelijkbaar met het brengen van je filmrolletje naar de afdrukcentrale. Je kunt verzadiging, contrast en verscherping aanpassen in het menu van je camera, maar dat is het dan ook. Daarnaast vraagt iedere situatie in mijn optiek een andere benadering. In sommige situaties is veel contrast erg mooi, terwijl dat in andere situaties niet zo is. Dit soort situaties wil ik zelf in de hand hebben en niet ‘overgeleverd zijn aan de grillen van een technisch apparaat’.

De voordelen van fotograferen in JPEG

Zitten er dan geen voordelen aan het fotograferen in JPEG? Zeker wel! De meeste fotografen die fotograferen in JPEG doen dit vanwege de snelheid van het wegschrijven. Met name in de sport- en actiefotografie is dit een belangrijk item. Dit komt omdat de JPEG-bestanden, en dat is het tweede pluspunt, kleiner zijn dat de RAW-bestanden. Sportfotografen, maar in sommige situaties ook natuurfotografen, fotograferen vaak in de ‘burst-stand’. Aan de andere kant is dit ‘probleem voor het fotograferen in RAW’ snel en gemakkelijk op te lossen. De oplossing zit namelijk in het kopen van snelle geheugenkaartjes. Let bij het kopen van een geheugenkaart op het aantal ‘speed’. Hoe hoger het getal (bijvoorbeeld 1000x speed) hoe sneller bestanden weggeschreven kunnen worden. Let hierbij wel op dat er een verschil is tussen lees- en schrijfsnelheid. Daarmee is het nadeel van het fotograferen in RAW tot nihil gereduceerd, al blijft het fotograferen in JPEG sneller dan in RAW.

Het niet bewerken van foto’s bestaat in mijn optiek dus niet. Iedere foto wordt bewerkt, ofwel door jezelf achter de computer ofwel door de camera. Het verschil zit dus in de ‘zichtbaarheid van de bewerking’. De discussie zou in mijn optiek niet moeten gevoerd worden of je wel of niet bewerkt, maar op welke wijze je de bewerking uitvoert.

Reacties (2)

In het analoge tijdperk heb ik niet anders gedaan dan foto’s bewerken en dat begon al bij het anders instellen van de gevoeligheid van het fotorolletje, een 400 ISO film werd bijvoorbeeld door mij als 250 ISO belicht en vervolgens ietsie pietsie korter ontwikkeld om negatieven met een fraaiere toonschaal te krijgen. Ook werden filmpjes regelmatig op hogere ISO-waardes ingesteld en langer ontwikkeld -het pushen van filmmateriaal- om in moeilijke lichtsituatie toch nog goede beelden tevoorschijn te toveren. Ook tijdens het afdrukproces kon je op allerlei manieren beelden manipuleren via doordrukken en tegenhouden, soorten ontwikkelaars, gradaties van papier, waarbij nr. 2 meestal voor een normaal contrast zorgde; later kwamen de variabele contrastfilters waarmee op een soort papier bijna traploos het contrast kon worden bijgestuurd. Ook de invloed van filters op het objectief moest niet worden onderschat. Nu dat ik in hoofdzaak nog digitaal fotografeer bewerk ik elk beeld, wanneer je in RAW werkt ontkom je daar sowieso niet aan en zelfs jpeg-opnames worden door mij nog enigszins bijgestuurd en zoals al langer bekend wordt er in elke camera al een zekere bewerking toegepast afhankelijk van de door de maker gebruikte instellingen.

Potverdorie helemaal mee eens! Mooi verwoord zonder de zwarte piet toe te spelen naar mensen die een andere mening hebben.

Adobe Lightroom heeft wel meer bewerkingsopties dan dat de donkere camera vroeger had, dus je kan jezelf afvragen of het hem daar dan misschien in zit. Waar Photoshop gebruikt wordt voor manipulatie kan dit deels ook in Lightroom. Bijvoorbeeld het weghalen van ruis was naar mijn weten niet mogelijk vroeger.

Laat een reactie achter