Leren kijken als een cameralens

Met een camera kun je dingen vastleggen die je met je ogen niet ziet. Net zoals je dingen kunt zien met je ogen die je niet met een camera vast kunt leggen. Het is daarom belangrijk om te begrijpen wat de verschillen zijn tussen je ogen en een cameralens, zodat je creatievere foto’s kunt maken die overbrengen wat jij wil laten zien. Door te fotograferen kun je laten zien hoe jij de wereld ervaart. Je moet daarvoor leren te kijken, zoals een camera het waarschijnlijk vast zal leggen. Je herkent dan van tevoren wat een goede foto gaat worden.

Werken binnen een kader

Zicht kent geen restricties; een camera wel. De camera maakt er een (meestal rechthoekig) beeld van met scherp afgesneden randen. Je moet dus binnen de grenzen van het frame werken en daarvoor is het nodig dat je weet wat je met bepaalde composities kunt bereiken. In deze blog kun je daar meer over lezen. Een kader hoeft geen restrictie te zijn; het is juist een kans om te laten zien wat jouw visie is. Het kader geeft je de mogelijkheid alleen in beeld te brengen wat voor jou en voor de kijker belangrijk is.

Zoomen

Als wij iets van dichtbij willen bekijken moeten we er naartoe lopen. Een camera kan inzoomen of je kunt een andere lens op je camera zetten. Hiermee kun je meer of minder laten zien van het onderwerp. Je kunt op dezelfde plek blijven staan, maar toch het kader veranderen.

Lichtinval

Onze ogen kunnen de hoeveelheid licht compenseren. Het beeld wordt vanzelf aangepast, zodat we een goed belicht beeld zien. Natuurlijk zitten hier grenzen aan. In het pikkedonker zien we bijvoorbeeld niks. Wat we zien door onze ogen is het plaatje dat onze hersenen ervan maken. Dit is niet per se hoe het licht daadwerkelijk is. Met een camera kun je beïnvloeden hoeveel licht er op de sensor valt. Je kunt het beeld bijvoorbeeld donkerder of lichter laten lijken dan je het met je ogen ziet. Meer over verschillende soorten licht leer je in onze Basiscursus Fotografie Plus.

Lichtval bij fotografie

De lichtval maakt deze muur extra bijzonder en geeft direct meer diepte

Focus

Over hoe je ogen focussen hoef je niet na te denken. Dat gaat automatisch. Voor een lens moet jij bepalen wat hij scherp maakt en wat niet. De focus kan namelijk het verschil maken in wat een kijker het eerste opvalt aan een foto.

Brandpuntsafstand

De brandpuntsafstand is het punt waarop de lichtstralen samenkomen op de sensor van je camera. Je kunt de brandpuntsafstand veranderen door in te zoomen, maar ook de afstand van de camera tot het onderwerp is belangrijk. Je ogen hebben een brandpuntsafstand van tussen de 20 en 30mm. Ons brein maakt hier een beeld van zonder vervormingen, want door een camera zou 20mm veel vervormingen kunnen geven. Een camera kan variëren in focale afstand. Van groothoek- tot telelens. De uitersten kunnen bepaalde vervormingen geven die je soms niet wil, of soms juist wel. Een huis wordt bijvoorbeeld vaak met een groothoeklens gefotografeerd, omdat het dan groter lijkt. Een portret fotografeer je vaak rond de 100mm, omdat er dan zo min mogelijk vervormingen zijn in het gezicht.

Depth of field (scherptediepte)

Ook over depth of field hoef je niet na te denken als je je ogen gebruikt, maar met een camera kun je bepalen welk deel van de foto scherp wordt. De factoren die hierin meespelen zijn de lens die je gebruikt, het diafragma, de grootte van je sensor, en de afstand tussen je camera, het onderwerp en de achtergrond. Door middel van depth of field kun je een meer driedimensionaal beeld creëren door bijvoorbeeld de voorgrond scherp te maken en de achtergrond onscherp. Onze ogen kijken namelijk in 3D, maar een foto is een tweedimensionaal plaatje.

Diepte en scherptediepte in een foto

Het bankje loopt schuin naar achteren weg en heeft een kleine scherptediepte

Reacties (2)

Goed verhaal! Ik loop al maandenlang met het idee om ook iets te schrijven over het verschil tussen het oog en de camera, maar hier heb ik weinig aan toe te voegen…

Dankjewel Frans, leuk om te horen.

Laat een reactie achter