Vandaag gaan we het hebben over iets wat je vast en zeker al eens op je camera hebt gezien, namelijk het draaiwieltje. Met behulp van dit wieltje kun je je camera in verschillende standen zetten. Maar wat doen deze standen precies? En wanneer gebruik je welke stand? Dat zal ik jullie in dit artikel uitleggen!
P (program)
Dit is de halfautomatische stand. Je kunt hier al iets meer instellen dan in de automatische stand, maar het meeste doet je camera zelf. In vergelijking met de volledig automatische stand kun je nu zelf je ISO-waarden instellen, de belichting met + en – regelen en je kunt bepalen of je de flits wel of niet aanzet.
Deze stand kan handig zijn op de momenten wanneer je geen tijd hebt om je instellingen in de gaten te houden. Toch heeft deze stand niet mijn voorkeur, je hebt namelijk maar erg weinig controle.
Tv (time value) / S (shutter-priority)
In deze stand kies je zelf de sluitertijd. De camera kiest hierbij het bijpassende diafragma.
Verder is het in in deze stand ook mogelijk om zelf je ISO-waarden te kiezen en de belichting met + en – in te stellen.
Deze stand kan erg handig zijn bij sportfotografie om de beweging te bevriezen. Natuurlijk kun je deze stand ook gebruiken om juist beweging in een bewogen onderwerp vast te leggen, bijvoorbeeld een waterval met een lange sluitertijd.
Persoonlijk gebruik ik deze stand niet zo vaak, voor mij is het diafragma meestal belangrijker dan de sluitertijd. Maar wanneer voor jouw foto’s de sluitertijd erg belangrijk is en je niet continu je instellingen in de gaten wilt houden, is dit zeker een handige stand!
Av (aperture value) / A (aperture-priority)
Hier stel je zelf het diafragma in en de camera kiest daar de bijpassende sluitertijd bij. Verder is het in deze stand ook weer mogelijk om zelf je ISO-waarden in te stellen en de belichting met + en – in te regelen.
Deze stand kan erg handig zijn op momenten dat vooral het diafragma belangrijk is, denk bijvoorbeeld aan portretfotografie waarbij je eventueel een kleine scherptediepte wilt creëren. Of bij landschapsfotografie waar je misschien liever voor een grote scherptediepte gaat. Zelf gebruik ik deze stand ook af en toe! Ik vind het vooral handig wanneer de weersomstandigheden erg afwisselend zijn en ik niet steeds bij elk klein wolkje mijn instellingen hoef te veranderen.
M (manual)
Bij deze stand stel je alles zelf in. Dit heeft als groot voordeel dat je zelf de volledige controle over je foto hebt! Verder is deze stand ideaal voor lastige lichtomstandigheden zoals tegenlicht. Ook ben je bij flitsfotografie genoodzaakt om in de M-stand te fotograferen. Het licht veranderd namelijk op het moment dat je de foto neemt, het flitslicht komt er dan pas bij. Je lichtmeter kan hier vooraf geen rekening mee houden.
Deze stand is mijn favoriet! Ik ben er intussen, na flink wat oefenen, zo aan gewend dat ik alles automatisch en op gevoel instel. Op deze manier heb ik altijd 100% controle over mijn foto’s!
Heb je nog vragen? Laat dat dan hierbeneden via een reactie weten.
Hoi, mooi en duidelijk omschreven, ik heb één vraagje ik wil ook wel eens watervallen / stroompjes in een lange sluitertijd. Echter als ik dat probeer is de foto altijd overbelicht, ik kan niet lager dan 100 iso (canon 600D), moet ik dan met de + en _ werken ?