5 Tips voor het gebruiken van een externe flitser

Je gaat een reportageflitser gebruiken. Top! Maar er zijn wel een paar dingen die handig zijn om van tevoren te weten. Zeker wanneer dit de eerste keer is dat je met een externe flitser gaat fotograferen. In deze blog geven we je een aantal tips mee, zodat je een vliegende start kan maken met je flitsfotografie.

Inhoud van dit artikel:
1. Flitskracht
2. Maak niet te snel achter elkaar foto’s
3. Flitssynchronisatietijd
4. Gebruik de (i-)TTL modus voor snel veranderende lichtsituaties
5. Kijk je foto’s tijdens het fotograferen al regelmatig na

Flitskracht

Wanneer je de flitser voor het eerst aanzet, is de kans groot dat je gelijk in de manuele stand zit. Dit herken je door een M in de hoek, en vermoedelijk zie je een breuk (zoals 1/128 bijvoorbeeld) in je schermpje staan. Dit is je flitskracht. De meeste flitsers hebben een flitskracht variërend van 1/128 tot 1/1 kracht. Het is handig om te weten dat 1/1 betekent dat je 100% van je flitskracht gebruikt, dus dat je flitser op deze stand de meest felle flits afgeeft. De minimale flitskracht is dan ook 1/128, wat overeenkomt met een flitskracht van 0,78% van je totale flitsvermogen. Dat betekent dus ook dat het, afhankelijk van je flitsinstellingen, nogal een groot verschil kan maken hoe snel je batterijen leeg lopen.

Elke halvering (of verdubbeling) van de flitskracht is een verschil van 1 stop licht. Dit betekent dat je een stop minder flitslicht krijgt wanneer je de flitser van 1/1 naar 1/2 zet (50% van je flitskracht).

Maak niet te snel achter elkaar foto’s

Flitsers hebben recycletijd nodig om weer volledig op te laden voor de volgende flits. Wanneer je te snel achter elkaar fotografeert, krijgt de flitser niet genoeg tijd om zich klaar te maken voor een nieuwe flits. Wanneer je flitser af en toe flitst, maar regelmatig ook flitsen mist, raad ik je aan om bij jezelf na te gaan of je misschien te snel achter elkaar foto’s maakt. Zeker wanneer je de flitser met meer flitskracht laat flitsen, kan het snel voorkomen dat je tussendoor toch wat langer moet wachten. Ik raad je dan ook aan om je camera niet in de continue opnamestand te zetten, maar op de enkele opnamestand (per keer dat je de ontspanknop indrukt, maakt de camera maar 1 foto. Ook wanneer je de knop ingedrukt houdt).

Flitssynchronisatietijd

Misschien heb je al met je flitser geëxperimenteerd, en ben je er al achter gekomen dat je geen gebruik kan maken van hele snelle sluitertijden. Dit komt omdat de sluiter tijdens snellere sluitertijden niet meer helemaal blootgesteld wordt, maar dat het 2e gordijn al voor de sensor komt voordat het 1e gordijn helemaal voor de sensor weg is. Dit betekent dat er geen moment meer is waarop de flits afgegeven kan worden en dat tegelijkertijd de hele sensor de flits op kan vangen. Er is wel een speciale techniek om toch snellere sluitertijden te gebruiken. Deze techniek heet High Speed Sync, high speed flitssynchronisatie.

Gebruik de (i-)TTL modus voor snel veranderende lichtsituaties

Bij veel flitsers kun je ook gebruik maken van een semi-automatische stand, vergelijkbaar met de diafragma voorkeuzestand of de sluitertijd voorkeuzestand. Deze stand kan TTL heten, maar de meeste moderne flitsers hebben een i-TTL (e-TTL/p-TTL…) stand. Bij deze stand zendt de flitser bij het afdrukken van de foto een hele snelle pre-flits uit, waarna gelijk het licht gemeten wordt en waarna direct een flits van de juiste flitskracht achteraan komt. Dit heeft als voordeel dat het niet uitmaakt waar je flitser op gericht is, de belichting wordt aangepast op je onderwerp.

De ouderwetse versie van deze semi-automatische stand heet TTL, en deze versie maakt gebruik van de afstandsmeting die je camera doet bij het scherpstellen. De flitser zendt daarna een flits uit, welke overeenkomt met de flitsafstand die zojuist is gemeten. Dit houdt in dat deze versie van TTL vooral goed werkt wanneer je de flitser direct op het onderwerp richt. Dat is alleen niet in elke situatie de beste keuze.

Vergeet niet dat je in deze standen ook gebruik kunt maken van de flitscompensatie. Deze is vergelijkbaar met de belichtingscompensatie, maar wordt weergegeven met een bliksemicoontje, met +/- ernaast.

Kijk je foto’s tijdens het fotograferen al regelmatig na

Tijdens het fotograferen je foto’s bekijken is iets wat je snel kan vergeten. Zeker met flitsfotografie gebeurt het weleens dat je belichting toch niet helemaal is zoals je deze zelf voor ogen had. Door de foto’s tussendoor al na te kijken, kan je voorkomen dat je achteraf baalt wanneer je de foto’s terug kijkt. Zo kan je tijdens de shoot nog aanpassingen maken, zodat de belichting wel naar wens is. Dit voorkomt veel ellende achteraf. 

Net zoals alles, is een flitser gebruiken ook een kwestie van veel oefenen. Het gevoel voor de flitser groeit, waardoor jij precies weet in welke situaties je welke instellingen het beste kan gebruiken en waarom. Zo kun je in elke situatie het licht naar je hand zetten. Wil je meer leren over de externe flitser en mooiere flitsfoto’s maken? Volg bij ons de workshop Fotograferen met een Externe Flitser. Wij helpen je graag verder.