Looney 11 Regel

Vroeger kon je met fotograferen niet een foto maken en je foto gelijk zien, omdat je rolletje eerst ontwikkeld moest worden. Als je dan je lichtmeter was vergeten had je een groot probleem. Dan kon je niet bepalen hoe de foto belicht moest worden en was het gokken. Daarom waren er grove richtlijnen voor het fotograferen zonder lichtmeter. Dit artikel gaat over de Looney 11 Regel die toegepast werd voor het fotograferen van de maan. Natuurlijk kun je tegenwoordig veel preciezer je belichting instellen en het histogram helpt je daar ook nog eens bij. Echter deze regel is wel handig om te onthouden, omdat het een goede richtlijn geeft om de foto correct te belichten.

Looney 11 Rule

De Looney 11 rule toepassen

De Looney 11 regel kun je op de volgende manier toepassen. Om een foto van de maan te maken die goed belicht is zet je het diafragma op f/11 en de sluitertijd zet je even hoog als de ISO waarde. Dus als de ISO op 100 staat dan stel je de sluitertijd in op 1/100 (of 1/125).

Dus als voorbeeld:
– Met ISO 100 zet je je sluitertijd op 1/100 en je diafragma op f/11.
– Met ISO 200 zet je je sluitertijd op 1/200 en je diafragma op f/11.
– Met ISO 400 zet je je sluitertijd op 1/400 en je diafragma op f/11.

Als je de precieze sluitertijd niet op je camera kunt instellen dan kies je een sluitertijd die daarbij het meest dichtbij ligt. Dus voor veel camera’s stel je 1/125 in, omdat je 1/100 niet kunt instellen.

Dit is een makkelijke regel om te onthouden en geeft een grove lichtlijn om de belichting goed te krijgen. Indien je nog een keer met een analoge camera wilt fotograferen zonder lichtmeter dan kun je deze regel uiteraard ook toepassen bij het fotograferen van de maan.

Laat een reactie achter