Wanneer je dit leest ben je waarschijnlijk al in het bezit van een camera. Je bent hierom dus ook bekend met de grote hoeveelheid aan keuzes die je wat apparatuur betreft in deze hobby tegenkomt. Ook als je nu op zoek bent naar je eerste echte serieuze camera, is de kans groot dat je vanwege deze keuzes door de bomen het bos niet meer ziet. Als je wilt beginnen je favoriete sport vast te leggen, wat is dan de beste keuze? En geef je niet ongemerkt teveel geld uit? In dit artikel gaan we in op apparatuur die het beste past bij deze tak van fotografie.
Inhoud van dit artikel:
1. Waar te beginnen
2. De body van de camera
3. Objectieven
4. Advies voor beginners
Waar te beginnen
Bij het kiezen van een nieuwe camera zijn er vast een hoop vragen die bij je opkomen. Je hebt een bepaald budget en wat is dan de beste deal? Welk merk moet je eigenlijk kiezen? Is spiegelreflex nog wel van deze tijd? Hoe ver moet mijn lens in kunnen zoomen? Welke sensor moet ik hebben, full frame (FX), crop sensor (DX) of misschien wel micro 4/3? Allemaal punten die in zekere zin invloed hebben op de foto’s die je er straks mee gaat maken.
Er is feitelijk geen eenvoudig antwoord op deze vragen. Welke apparatuur het beste bij je past is persoonlijk en hangt onder andere af van hetgeen je wilt fotograferen. Kijken we bijvoorbeeld naar het merk van de apparatuur, dan heeft elk merk zijn eigen sterke en zwakke punten. Hier komen een aantal persoonlijke zaken ook naar voren. De een vind een Nikon fijner in de hand liggen dan een Canon, waar een ander juist de voorkeur geeft aan een Sony. Soms wordt er voor een bepaald merk gekozen omdat deze een unieke lens in het gamma heeft die bij de andere merken niet te verkrijgen is. Omdat er zo veel verschillende mogelijkheden zijn worden in dit artikel enkele voorbeelden genoemd die veel in de sportfotografie terug te vinden zijn.

De body van de camera
Met een ‘body’ wordt ook wel de camera zelf bedoeld, dus zonder lens. Deze functioneert feitelijk als het brein van je camera. Hierin zit natuurlijk de camerasensor, maar ook het autofocussysteem, de computer die jouw sluitertijd en ISO bepaalt en aansluitingen voor externe apparatuur heeft. Een dure body heeft vaak een betere sensor, een sneller autofocussysteem en meerdere opties om jou de volledige controle over de fotografie te geven, maar dit is niet altijd de beste optie.
Er zijn veel verschillende body’s te krijgen, maar om het voor dit artikel beknopt te houden richten we ons op de spiegelreflex (DSLR) en de systeemcamera. De laatste tijd neemt de systeemcamera steeds meer de markt over, maar dat betekent niet meteen dat een spiegelreflex geen goede keuze meer is. In grote lijnen zijn deze camera’s hetzelfde, echter werkt de systeemcamera zonder spiegel. De spiegel in de DSLR laat vanwege de reflectie van deze spiegel via de viewfinder een natuurlijk beeld zien, terwijl de systeemcamera dit beeld verzorgd door een elektronisch scherm. Dit elektronische scherm laat meteen zien of je foto over- of onderbelicht wordt. Handig, want zo voorkom je dat de foto’s te licht of te donker worden. Bij een spiegelreflexcamera zie je dit niet, hier moet je goed op de instellingen en de belichtingsmeters letten om een goede belichting van de foto te krijgen. Daarnaast maakt het gebrek aan mechanische delen in de systeemcamera de camera niet alleen lichter, maar is het theoretisch ook mogelijk om meer foto’s per seconde te maken. Je hoeft je bovendien geen zorgen te maken om het feit dat er na een bepaald aantal ‘clicks’ een nieuwe ‘shutter’ geplaatst moet worden. Soms kan een systeemcamera ook kleiner gebouwd worden door het gebrek aan dit mechanische systeem, wat een systeemcamera handzamer maakt.

Is het dan beter om een DSLR te ontwijken? Nee, zeker voor een beginnende fotograaf is de vertrouwde spiegelreflex nog een prima keuze. Tegenwoordig gaan van oudsher dure modellen voor een schappelijke prijs over de toonbank. Het heeft wel de voorkeur om een zo jong mogelijk model te kiezen, omdat hier vaak een hoge kwaliteit sensor in zit. Hetzelfde geldt voor het autofocussysteem. Hoe jonger, hoe beter. Geef echter niet te veel uit aan een body. Het is verstandiger om een dure lens te kopen met een goedkope body dan andersom. De kwaliteit van de lens heeft een grote invloed op hoe de foto eruit gaat zien. Met een lichtsterke lens kan bijvoorbeeld een lagere ISO-waarde gebruikt worden, waardoor de kwaliteit van de foto omhoog gaat.
Iets wat wel het overwegen waard is, is het formaat van de sensor. De meest gangbare sensoren die in spiegelreflex- en systeemcamera’s terug te vinden zijn, zijn de APS-C (Crop sensor, DX) en de Full Frame (FX) sensor. Een APS-C sensor is kleiner dan een full frame sensor, hier komt de benaming ‘crop sensor’ vandaan. Afgezien van de leeftijd levert een grote sensor een betere beeldkwaliteit op dan een kleine. Een grote (full frame) sensor kan beter overweg met weinig licht, wat hem uitstekend maakt voor sportfotografie in binnen situaties. Daarnaast wordt de scherptediepte bij het gebruik van een grote sensor smaller dan wanneer dezelfde lens gebruikt wordt op een APS-C sensor. Wanneer je een camera met APS-C sensor gebruikt, geldt over het algemeen dat de brandpuntsafstand (het bereik) en de waarde van het diafragma met een factor 1,5 verhoogd wordt. Een 70-200mm F/2.8 lens wordt bij gebruik op een APS-C body feitelijk een 105-300mm F/4.2. Het grote voordeel hiervan is dat de goedkopere APS-C body meer bereik heeft en dus handig is voor sport. Wanneer je vaak in buitenlicht fotografeert, waar goede prestaties bij weinig licht niet zo van belang zijn, is een camera met APS-C sensor daarom een prima (en vaak budget vriendelijke) optie.
Objectieven
Net als bij body’s is er keuze uit een groot aantal verschillende lenzen. Ook hier kan men weer kiezen tussen verschillende merken, maar het grootste verschil in lenzen zit hem in de brandpuntsafstand en het maximale diafragma. Ondanks dat het aanbod ruim is, is er geen perfecte lens voor elke sport. Wat vaak wel belangrijk is, is dat men een lens beschikbaar heeft met een ver bereik. De meeste sporten laten het niet toe dat er op korte afstand gefotografeerd kan worden, waardoor een telelens met een ver bereik een goede uitkomst biedt. Sporten als voetbal, golf, motorsport en schaatsen moeten vanaf grote afstand vastgelegd worden. Echter, wanneer de actie toch dichtbij komt of er vindt langs de zijlijn actie of een emotioneel moment plaats, dan is het handig om ook een lens achter de hand te hebben met een korter bereik. Professionele fotografen lopen daarom ook vaak met meerdere lenzen (en camera’s) op zak, zodat ze voor elk moment de juiste apparatuur gereed hebben.

Naast het brandpunt (bereik) is het belangrijk om te kijken naar het maximale diafragma wat de lens kan halen. Hoe verder het diafragma open kan, hoe meer licht er door de lens komt, wat ervoor zorgt dat er met een lage ISO-waarde of snelle sluitertijd gewerkt kan worden. Dit is bijvoorbeeld erg handig wanneer een sport zich binnen afspeelt. In een sporthal is doorgaans een stuk minder licht beschikbaar dan buiten op het sportveld. Omdat bij sportfotografie vaak voor een snelle sluitertijd gekozen wordt, is een zo groot mogelijk diafragma eigenlijk altijd een fijne extra. Echter, let er wel op dat de scherptediepte ook smaller wordt wanneer het diafragma verder open wordt gezet. Dit kan er voor zorgen dat bepaalde mensen of dingen in de foto onscherp worden, terwijl dit eigenlijk niet wenselijk is. Kijk ook goed naar de waarde van het diafragma van de lens. De duurdere lenzen hebben een vaste diafragmawaarde door het hele zoombereik, maar bij de goedkopere lenzen kan het zijn dat het diafragma verder dicht gaat naarmate je verder inzoomt. Wanneer je zelf je diafragma in wil stellen is dit verstandig om te onthouden.
Naast de zoomlenzen kan men ook kiezen voor een lenzen met een vast brandpunt, de zogeheten ‘prime’ lenzen. Deze lenzen kunnen niet in of uitzoomen, maar hebben ten opzichte van ‘zoom’ lenzen het voordeel dat ze doorgaans een groter diafragma hebben bij dezelfde brandpuntsafstand. Bovendien hebben ze een streepje voor als het om scherpte en algehele beeldkwaliteit gaat. Het grote nadeel is uiteraard de beperkte inzetbaarheid vanwege het missen van de ‘zoom’ functie. Desondanks worden deze lenzen vaak ingezet bij sporten als voetbal en motorsport. De 300mm en 400mm F/2.8, de 500mm F/4.0 en de 600mm F/4.0 zijn vaak langs de lijn te vinden.

Advies voor beginners
Waar moet je nu beginnen met al die keuzes? Dat is een lastige vraag. Kijk eerst naar het zoombereik wat je ongeveer nodig zult hebben. Kom je met je huidige lens net wat te kort met zoomen? Kies dan een lens met een grotere brandpuntsafstand. Zien je foto’s er altijd korrelig uit omdat je een hoge ISO waarde aan moet houden? Kies dan een lens met een lagere diafragmawaarde, zoals F/2.8. Hieronder zijn enkele voorbeelden genoemd van lenzen en lenscombinaties die vaak in de sportwereld terug te vinden zijn.
Supertele:
Sigma 150-600mm F/5.0 – 6.3 Contemporary / Sport
Een van de meest populaire zoomlenzen langs de zijlijn is deze supertelelens van Sigma. Met een groot bereik van 150 tot 600mm is hij erg breed inzetbaar en kom je er bij elke sport wel mee uit de voeten. Het grote nadeel is het variabele diafragma bij het zoomen en de relatief hoge waarde ervan. Deze lens is hierdoor minder geschikt voor actie bij weinig licht. Het is daarentegen wel een betaalbare optie voor beginnende fotografen.
Nikon 200-500mm F/5.6
Net als de voorgaande lens heeft deze Nikon een fijn bereik. Hij komt net iets minder ver, maar heeft wel een continue diafragma van F/5.6.

Zooms:
Nikon | Canon | Sony 14-24mm F/2.8
Nikon | Canon | Sony 24-70mm F/2.8
Nikon | Canon | Sony 70-200mm F/2.8
Het bovenstaande rijtje lenzen is een populaire keuze onder de fotografen die hun hobby wat serieuzer nemen, of zelfs professionals. Met deze drie lenzen is een bereik van ‘ultra wide’ 14mm tot ‘tele’ 200mm gedekt. Helaas is dit bereik in combinatie met een diafragma van F/2.8 niet in één lens te stoppen, waardoor er met meerdere body’s gewerkt moet worden of er tussentijds van lens gewisseld moet worden.

Primes:
Nikon | Canon | Sony 24mm F/1.4
Nikon | Canon | Sony 50mm F/1.4
Nikon | Canon | Sony 85mm F/1.4
Nikon | Canon | Sony 300mm F/2.8
Nikon | Canon | Sony 400mm F/2.8
Aanvullend op het hierboven genoemde rijtje zoom lenzen wordt nog wel eens een 300mm of 400mm prime lens gebruikt. Met een bereik van 200mm is veel te fotograferen, maar 400mm geeft net dat beetje extra. In combinatie met een diafragma van F/2.8 kan deze lens ook goed in slecht belichte gebieden gebruikt worden. Bovendien maken de 300, 400, 500 en 600mm primes deel uit van het topsegment van elk merk, waardoor beeldkwaliteit en AF snelheid geweldig zijn.
Soms wil een fotograaf met een prime lens een andere ‘look’ creëren dan de standaard zoom lenzen die veel gebruikt worden. Hiervoor worden diverse primes ingezet, waarbij de 24, 50 en 85mm veel voorkomen. Het grote diafragma van F/1.4 geeft een unieke scherptediepte waardoor ze goed inzetbaar zijn voor bijvoorbeeld een portretfoto van een sporter.
Slot
De wereld van sportfotografie kent talloze keuzes, maar laat je daar niet door afschrikken. Het belangrijkste is dat je apparatuur aansluit bij jouw wensen, jouw sport en jouw budget. Investeer slim: een goede lens is vaak belangrijker dan een dure body. Bedenk welk bereik je nodig hebt, hoe het licht op jouw locatie is, en of snelheid of veelzijdigheid voor jou prioriteit heeft. Experimenteer, leer van je resultaten en vergeet niet te genieten van het proces. Want hoe beter je je apparatuur leert kennen, des te sterker je beeldverhaal wordt.