Bij fotografie draait alles om licht. De manier waarop een camera belichtingsinformatie verzamelt, bepaalt voor een groot deel hoe een foto eruitziet. Voor de tijd van de digitale camera liepen fotografen met een losse belichtingsmeter rond om het licht te meten. Moderne camera’s hebben deze belichtingsmethoden gelukkig ingebouwd. Maar hoe werken deze methoden precies, en wanneer kies je welke? In dit artikel leggen we het uit en nemen we je mee in de geschiedenis van de belichtingsmeter.
Inhoud van dit artikel:
1. Belichtingsmeters
2. Meervlaksmeting
3. Centrumgerichte meting
4. Spotmeting
5. Gedeeltelijke meting

Belichtingsmeters
De belichtingsmeter in een camera meet de hoeveelheid licht in een situatie om je te helpen de juiste belichting voor je foto in te stellen. De meter werkt op basis van reflecterend licht. Zo wordt het licht dat van het onderwerp terugkaatst naar de camera gemeten.
Belichtingsmeters maken al meer dan een eeuw deel uit van de fotografie, maar ze zijn niet altijd ingebouwd geweest in camera’s. Vroeger gebruikten fotografen externe lichtmeters om de belichting handmatig te berekenen. Dit veranderde in de jaren ‘30, toen fabrikanten zoals Leica en Contax camera’s met ingebouwde belichtingsmeters begonnen te ontwikkelen.
De echte doorbraak kwam in 1964 met de introductie van de Nikon F Photomic, de eerste camera met een TTL-belichtingsmeter (Through the Lens). Dit betekende dat de camera het licht dat door de lens viel, kon meten, waardoor de meting nauwkeuriger werd. Sindsdien zijn belichtingsmeters geëvolueerd en geïntegreerd in de camera’s zoals we die nu kennen.

Meervlaksmeting
Meervlaksmeting, ook wel Matrix metering (Nikon) of Evaluative metering (Canon) genoemd, is een van de meest geavanceerde belichtingsmethoden in moderne camera’s. Bij deze methode verdeelt de camera het beeld in meerdere zones en meet de hoeveelheid licht in elk deel. Vervolgens combineert de camera deze informatie met geavanceerde algoritmes. Aan de hand van gegevens zoals kleuren, contrasten en scherpstelpunten wordt vervolgens de meting gedaan.
Deze belichtingsmethode is een echte allrounder en wordt dan ook voor vele situaties aanbevolen. Zo houdt de meervlaksmeting bij landschapsfotografie rekening met contrasten tussen lucht en voorgrond. Dit is van belang, omdat er anders grote contrasten ontstaan tussen de lucht en het landschap. Bij extreme situaties wordt echter het gebruik van een grijsfilter of nabewerking aangeraden. Bij portretfotografie wordt de nadruk juist op het belichting rond het gezicht gelegd. Maar de meervlaksmeting is bovenal handig voor situaties waarbij je weinig tijd hebt om handmatig te meten. Bijvoorbeeld omdat situaties snel veranderen.
In de meeste gevallen komt camera tot een geschikte meting. Maar het kan nog voorkomen dat de camera zich vergist. Wees je er daarom van bewust welke belichtingsmethode jij gebruikt.

Centrumgericht
Centrumgerichte meting is een belichtingsmethode waarbij de camera prioriteit geeft aan het midden van het frame (ongeveer 60 – 80%). Hierbij weegt de rest van het beeld minder zwaar mee. In tegenstelling tot meervlaksmeting gebruikt centrumgerichte meting geen complexe algoritmes. Dit maakt het voorspelbaar en betrouwbaar in veel situaties
Centrumgerichte meting is ideaal in situaties waarin het onderwerp zich in het midden van het frame bevindt en belangrijker is dan de achtergrond. Bijvoorbeeld bij portretfotografie, productfotografie of nachtfotografie.

Spotmeting
Een van de meest nauwkeurige meet methodes. Spotmeting is een belichtingsmethode waarbij de camera het licht meet in een klein, specifiek gebied van het frame (1-5% van het beeld), meestal rond het actieve scherpstelpunt of het midden van de zoeker. Spotmeting geeft de fotograaf volledige controle over de belichting van kleine delen in een foto.
Je kiest voor deze methode bij onderwerpen waarbij contrasten groot zijn , bijvoorbeeld wanneer je de maan fotografeert. Ook is deze methode handig voor het belichten van kleine fijne onderwerpen, zoals de vlam van een kaars of bij macrofotografie.
Spotmeting is minder vergevingsgezind; als je meet op de verkeerde plek, kan de foto onder- of overbelicht raken. Het is dus van belang dat je het juiste punt weet te meten.

Gedeeltelijke meting
Dit meetgebied is groter dan bij spotmeting, maar kleiner dan bij centrumgerichte meting. Tijdens het belichten wordt ongeveer 10-15% van het frame gemeten. Vaak rondom het midden van de compositie. Bij sommige camera’s kun je kiezen welk deel van het frame wordt gemeten, afhankelijk van je compositie of scherpstelpunt.
Gedeeltelijke meting is ideaal in situaties waarbij zowel het onderwerp als de omgeving belangrijk zijn. Zoals bij portretfotografie, waarbij het gezicht goed belicht moet worden, maar vaak ook details in de achtergrond bij zichtbaar moeten blijven. Deze methode kies je ook voor situaties met matig contrast. Zoals wanneer je onderwerpen die in de schaduw staan ook nog van voldoende details wilt voorzien. De gedeeltelijke meting is de ideale middenweg wanneer je het onderwerp dus goed wilt belichten, zonder dat details in de omgeving naar de achtergrond verdwijnen.

Meer leren over fotografie
Wil jij ontdekken hoe je jouw camera optimaal kunt benutten? Ontdekken hoe je prachtige composities maakt, en creatief om kunt gaan met licht en instellingen?
Bij De Rooij Fotografie bieden we een uitgebreide basiscursus fotografie waarin je alle essentiële technieken leert in maar één dag. Of je nu net begint of al enige ervaring hebt, onze cursus staat in het teken om de fotograaf één te maken met de camera. Onder begeleiding van ervaren docenten leer je stap voor stap jouw camera beter kennen.
Heel goed dat jullie hier eens uitgebreid aandacht aan besteden. Ik zit vaak samen met mensen die geen idee hebben. Vaak weten ze geeneens waar ze dit moeten instellen.
Wat fijn om te lezen 🙂 Bedankt