Macrofotografie vormt een speciaal onderdeel binnen de fotografie. Dit komt vooral doordat met het gebruik van macrolenzen de fotograaf letterlijk een nieuwe wereld kan ontdekken: die van het kleine. Daarnaast vindt macrofotografie ook vaak plaats binnen een kleine ruimte waardoor de fotograaf mogelijkheden krijgt om bijvoorbeeld ook de belichting van de achtergrond te beïnvloeden. Om goede macrofoto’s te krijgen is behoorlijk wat oefening nodig. Verder kunnen er betere macrofoto’s gemaakt worden wanneer bepaalde accessoires gebruikt worden als statief, flitser, reflectieschermen etc.
In dit blog wil ik 3 foto’s bespreken die met een simpele macrolens (100 mm), een statief en een flitser te maken zijn.
Foto met alleen macrolens
Dit is een rups op een bananenblad met nog zo’n blad als achtergrond. De rups loopt vrij snel en de foto wordt uit de hand genomen met een 100mm-macrolens. Een sluitertijd van 1/125e is dus aan te raden. Daarnaast wil ik de rups zo veel mogelijk scherp hebben. Omdat de rups ook niet volledig parallel aan de lens loopt, heb ik aardig wat scherptediepte nodig. Ik gebruik F/11. De foto is buiten genomen, maar met bewolking. Dit tempert de hoeveelheid beschikbare licht. Om de foto toch op deze manier te kunnen maken, zet ik de ISO-waarde op 400. Het blijkt dat met deze instellingen een goede foto te maken is van dit beestje. Na een serie pogingen blijkt dit de beste foto te zijn. De foto vind ik geslaagd vanwege de scherpte als ook de compositie in het lijnenspel. Verder blijven de kleuren door het zachte omgevingslicht voldoende verzadigd.
Foto met macrolens en statief
Een vrij eenvoudige foto van een stilstaand object. Het frisse lente-groen en de verse regendruppels wil ik goed laten uitkomen. Ik kies de positie van de camera zodanig dat de achtergrond flink donker blijft. Door met 1,5 stop onder te belichten wordt de achtergrond nog donkerder en vallen eventuele structuren daardoor ook meer weg. Ook wil ik veel scherpte in de foto hebben en kies daarvoor F/16. Dit levert mij bij een ISO-waarde van 200 een ½ seconde sluitertijd op. Het gebruik van een statief is dus onvermijdelijk. Ik moet snel zijn, want de bewolking buiten kan elk moment veranderen en ik fotografeer het liefst met diffuus licht vanwege het behoud van de kleuren. Ook kan het minste zuchtje wind dit takje in beweging brengen. Het is dus nodig een aantal foto’s te nemen en de beste uit te zoeken. Bij dit soort series is meestal elke volgende foto beter dan de vorige. De beste foto is dan ook vaak de laatste. Het sterke aan de foto’s vind ik de frisse lente-kleuren, de scherpte in de druppels en de compositie – precies zoals ik het me had voorgesteld en waar ik me naartoe heb gewerkt.
Foto met draadloze opsteekflitser
Dit is een foto die je niet snel in je eigen achtertuin zult tegenkomen. De foto is in de regenwouden van Midden-Amerika genomen. Het toont een rijtje mieren aan de die met hun larven op weg zijn op de stam van een bananenplant. Zoals al gezegd: macrofotografie opent letterlijk nieuwe werelden. Het (groeps)gedrag van insecten is daar een van.
Onder de bananenplant komt weinig daglicht. Om de mieren zoveel mogelijk scherp te krijgen, houd ik de lens papallel aan hun bewegingsrichting. Op deze afstand neemt de scherptediepte echter zo erg af dat een diafragmawaarde van F/11 nodig is. Een externe flitser is dus nodig voor een goede foto. Om het licht wat meer drama te geven, houd ik de draadloze flitser met mijn hand in de linkerbovenhoek van het beeld. De witbalans stel ik in op flitslicht. Voor een interessante compositie houd ik de camera schuin tov de ‘stam’ van de bananenplant. Na een paar pogingen blijkt dit de beste foto te zijn. De sluitertijd is 1/125e. Bij deze waarde wordt de achtergrond mooi zwart en worden de mieren en ook de voorgrond goed verlicht door de flitser.
Deze foto legt het gedrag van deze mieren mooi vast, is goed scherp en heeft een goede compositie. (wel heeft het flitslicht een paar witte larven wat uitgebeten, maar dat neem ik op de koop toe).