Spiegelreflexcamera’s en vooral de moderne systeemcamera’s beschikken over geavanceerde lichtmeters. Het gebruik van de automatische camera-instellingen zorgt doorgaans voor correcte en neutrale belichtingen. Maar het is natuurlijk ook heel leuk om je eigen creaties te maken, een beeld te creëren dat juist afwijkt van de werkelijkheid. In dit artikel lees je hoe je door te spelen met de sluitertijd en de witbalans je eigen beeld kunt creëren.
Inhoud van dit artikel:
1. Oranjetipjes fotograferen
2. Creatief met licht
3. Creatief met kleur
4. Slot
Oranjetipjes fotograferen
De lente is begonnen en binnenkort fladderen de Oranjetipjes weer rond. Oranjetipjes zijn echte voorjaarsvlinders die vliegen in april en mei. De mannetjes zijn te herkennen aan een grote oranje vlek op de vleugeltip van de voorvleugel, het vrouwtje heeft geen oranje vlek. Deze dagvlinders vind je voornamelijk op pinksterbloemen en look-zonder-look.
Vlinders fotograferen tijdens zonsopkomst heeft een aantal voordelen. Op de eerste plaats zorgt de opkomende zon voor mooie, zachte kleuren. Daarnaast is het in april in de ochtend nog fris en moeten de vlinders eerst opwarmen in de zon voordat ze kunnen wegvliegen. Je hebt dan genoeg tijd om de vlinders te kunnen fotograferen. Een nadeel is natuurlijk wel het vroege opstaan. Het valt niet altijd mee om ‘s morgens vroeg uit een warm bed te stappen. Als je niet eerder wilt opstaan dan nodig is, ga dan in de avond ervoor naar het natuurgebied om alvast naar de vlinders te zoeken. Oranjetipjes zoeken namelijk, als het donkerder en kouder wordt, hun slaapplekje op en blijven gedurende de nacht onbeweeglijk op de bloem zitten. Onthoud goed waar de vlinder zit, zodat je de volgende ochtend de vlinder snel kunt vinden.
Tip: is de locatie te groot om goed te onthouden waar de vlinder zit, zet dan een herkenbare stok in het veld als markering!
Spelen met licht
Tijdens een frisse aprilochtend heb je tijd genoeg om de vlinder te fotograferen. Gebruik deze tijd om met verschillende camera-instellingen foto’s te maken en speel bijvoorbeeld met de sluitertijd. Door te variëren met de belichting krijg je namelijk verschillende sfeerfoto’s. Bekijk onderstaande foto’s maar eens. De tijd tussen deze twee foto’s verschilt maar 4 minuten, de donkerste foto is als laatst gemaakt. De sfeer in onderstaande foto’s is heel verschillend, van een foto met warme, zachte kleuren tot een foto die lijkt te zijn gemaakt met maanlicht.

f/2.8 S 1/400 ISO 200

f/2.8 S 1/8000 ISO 200
De belichtingsmeter van de camera meet de hoeveelheid licht die op het onderwerp valt en geeft vervolgens aan met welke belichtingsinstelling je een correct belichte foto krijgt. De meter staat dan op “0”. Door te spelen met een kortere (-) of langere sluitertijd (+) kun je zelf creatief omgaan met het aanwezige licht en krijg je verschillende sfeerfoto’s. Je zult dan wel in de sluitertijdvoorkeuzestand (S) of in de manuele stand (M) moeten werken. Je kunt ook met de belichtingscompensatieknop of -schijf van de camera de belichting aanpassen om de foto’s helderder of donkerder te maken.

De belichtingsmeter van de camera, bij de meeste camera’s te zien op het schermpje (live view).
Bij een kortere belichting ontvangt de sensor minder licht dan bij een correcte neutrale belichting, waardoor de foto donkerder wordt. De meter komt dan links van de “0” te staan. We spreken dan van onderbelichting. Daarentegen spreken we van overbelichting als de meter rechts van de “0” staat, de foto is dan helderder. In dat geval is de belichting langer dan bij een correcte belichting en valt er meer licht op de sensor. Door langer of korter te belichten, krijg je verschillende sfeerfoto’s.
Creatief met kleur
Naast de sluitertijd bepaalt ook de kleurtemperatuur in een foto hoe wij een beeld ervaren. Over het algemeen wordt bijvoorbeeld rood als een warme kleur gezien en blauw daarentegen als een koude kleur. De sensor van de camera registreert de kleuren die er op dat moment waren. Wil je de kleurtemperatuur aanpassen om een bepaalde sfeer of stemming op te roepen, dan kun je dat doen met de witbalanskeuze (WB) van de camera.
Fotografeer je in JPEG, dan maakt de camera al een voorbewerking van de foto. Je moet dan de witbalans in de camera instellen voordat je de foto maakt. Je kunt natuurlijk de camera zelf laten bepalen welke witbalans op dat moment past bij de omstandigheden. De camera meet dan zelf het licht en de aanwezige kleuren. In dat geval kies je voor de automatische witbalans. Maar je loopt dan het risico dat de kleurtemperatuur van de foto anders is dan hoe jij op dat moment het licht ervaren hebt, óf hoe jij de sfeer in jouw foto wilt hebben.
Je kunt ook spelen met de kleuren in jouw foto, immers kleuren zorgen voor een bepaalde sfeer in een foto. Links zie je een foto waarbij de automatische witbalans aanstond. Hieronder zie je vier voorbeelden van foto’s met de volgende witbalansinstellingen: daglicht, bewolkt, schaduw en kunstlicht. Je ziet duidelijk de verschillen in de intensiteit van de kleuren.





Maak tijdens het fotograferen met verschillende witbalansen foto’s en vergelijk ze met elkaar voordat je een keuze maakt. Heb je een systeemcamera, dan kun je op de live view gelijk de verschillen zien zonder dat je een foto maakt. Daarna kun je een definitieve keuze maken.
Fotografeer je in RAW, dan moeten de beelden nabewerkt worden in een fotobewerkingsprogramma. Je kiest dan achteraf welke witbalans je het beste vindt. Sommige fotografen kiezen als camera-instelling voor auto witbalans, terwijl andere hun Kelvin instellen tussen de 5000 en 5500 (daglicht). De RAW-foto is in Adobe Photoshop ingesteld op witbalans fluorescerend. Deze instelling was de basis voor de foto met “maanlichtsfeer”.
Slot
Uit welke witbalans jij kunt kiezen, is afhankelijk van de camera die je hebt. Er zijn ook verschillende types camera’s waarbij je je eigen (Kelvin) kleurtemperatuur kunt instellen en camera’s die zelfs beschikken over presets met ingebouwde creatieve effecten en kleurfilters. Als je graag meer wilt weten over de mogelijkheden van jouw camera, kijk dan in het menu van de camera, de gebruiksaanwijzing of op de website van jouw cameramerk.
Met welke sluitertijd en kleurtemperatuur jij de foto maakt, is natuurlijk heel persoonlijk. Wat de één, een mooie en boeiende foto vindt, vindt een ander niet mooi of zelfs saai. Blijf vooral dicht bij jezelf. Creëer wat jij zelf mooi vindt en wat jou raakt!